Beleefde en botte briefjes
Eerder ging het in deze blogposts al over pogingen om mensen te beïnvloeden door middel van grote campagnes, bijvoorbeeld om meer producten of diensten te kopen, of om mensen te overtuigen gezond gedrag te vertonen (of ongezond gedrag achterwege te laten). Ook op kleinere schaal komen we in het dagelijks leven veel overtuigingspogingen tegen, maar daar zit vaak een minder uitgebreid team achter, minder denkwerk en vooral ook minder geld. Veel van die overtuigingspogingen krijgen de vorm van briefjes in allerlei soorten en maten: zelfgeschreven of getypt, wel of niet gelamineerd, soms heel zakelijk, soms met vrolijke plaatjes en humor en soms juist met een strenge of verwijtende toon. Het zal duidelijk zijn dat niet al die briefjes even effectief zijn in het bereiken van hun doelen, of in ieder geval toch niet bij de hele doelgroep.
In deze blogs zullen we af en toe dergelijke briefjes en hun
stijl bekijken. Dit keer letten we daarbij vooral op de beleefdheidstheorie van
Brown en Levinson en in het bijzonder op wat Goffman face en facework
noemt. Mensen hebben volgens deze theorieën de behoefte om gewaardeerd en
aardig gevonden te worden en om het idee te hebben dat onze behoeften gedeeld
worden door anderen in onze groep (positive face). Daarnaast hebben we
de behoefte om zelf autonoom en onafhankelijk te kunnen bepalen wat we doen en
hoe we denken (negative face).
Veel briefjes die worden opgehangen bevatten verzoeken als
opdrachten en zijn daarmee per definitie bedreigend voor ons negatieve gezicht
(het gevoel van autonomie en onafhankelijkheid). We vinden het soms ook zelf onprettig
om een verzoek te doen en al helemaal om een opdracht te geven, omdat we weten
dat we daarmee in meer of mindere mate aan de vrijheid van een ander komen. Daarom
voelt een briefje dat zegt ‘Kan iedereen zijn eigen kopje/bordje in de afwasmachine
zetten? Hartelijk dank 😊’ voor veel mensen wat vriendelijker dan het
directer geformuleerde ‘Geen serviesgoed op het aanrecht laten staan s.v.p. ‘
Hoewel in beide gevallen het negatieve gezicht wat bedreigd
wordt, wordt dat in het eerste geval wat meer ingekleed en probeert de zender
door de 😊 aan het eind zichzelf ook als vriendelijk en
niet boos neer te zetten, waarmee de zender zowel aan het eigen positieve
gezicht werkt (we zijn de kwaadste niet) als aan het positieve gezicht van de
ontvanger (we vinden jullie gewoon nog aardig hoor). Dat lukt niet altijd even
goed met dit soort briefjes. Het Delftsblauwe sierrandje rondom de tekst ‘Ruim
je rotzooi op! Clean up your mess!’ kan een indicatie zijn dat het briefje
grappig bedoeld is, maar de tekst op zich bedreigt zowel het negatieve gezicht
(want er wordt een heel directe opdracht gegeven, met een uitroepteken erachteraan,
geen verzoek en geen verzachting) als het positieve gezicht van de ontvanger
(je maakt rotzooi).
Niet alleen kantoorkeukens laten de verschillen in briefjes
zijn, ook op andere plekken is de diversiteit groot. Zo hingen op één kinderboerderij
de volgende twee briefjes. Het eerste briefje maakt de opdracht of het verzoek
algemeen in plaats van persoonlijk, waardoor mensen zich niet (alleen) in hun
vrijheid beperkt voelen: ‘De geiten mogen niet meer gevoerd worden de kinderen
kunnen daardoor omverlopen worden. En dat willen we allemaal niet’. Bovendien
wordt er een poging gedaan om uitleg te geven over de reden van het verzoek, en
de gedeelde goede bedoelingen worden benadrukt om het positieve gezicht van
zowel zender als ontvanger te beschermen.
Het andere briefje is een stuk directer: ‘Niet in de hokken en de dieren niet optillen.’ Daar achteraan is met een andere stift een tekst toegevoegd die ook nog eens het positieve gezicht van de bezoekers bedreigt: ‘Achter onze rug om’. Daarmee wordt duidelijk gemaakt dat de bezoekers niet alleen in de hokken komen en dieren optillen, maar dat ze dat ook nog eens stiekem doen, wat natuurlijk geen beste eigenschap is.
Peitho ontvangt graag meer van dit soort briefjes. Deel ze
met ons via de mail of social media (Bluesky, Mastodon).
Reacties
Een reactie posten